Welke omvormer moet ik kiezen voor mijn zonnepanelen?

Er zijn zonnepanelen zonder omvormer op de markt, maar in de meeste gevallen heb je bij je zonnepanelen een aparte omvormer nodig. Je moet dus gaan bepalen welke omvormer je gaat gebruiken. Het is belangrijk om hier even goed in te verdiepen. We hebben 8 punten voor je op een rijtje gezet waar je op moet letten bij het kiezen van de juiste omvormer.

Het vermogen van de omvormer

Bij het kiezen van een omvormer is het als eerste belangrijk om te weten welke capaciteit de omvormer aan moet kunnen en wat dus de totale capaciteit van je zonnepalen is. De capaciteit van zonnepanelen wordt aangeduid met KilowatPiek, oftewel WP. Zonnepanelen halen bij een temperatuur van 25 graden en onder ideale omstandigheden een bepaald vermogen. Helaas hebben wij in Nederland nooit de ideale omstandigheden om het maximale vermogen te behalen.

Het vermogen van de omvormer hoeft dus niet te voldoen aan het totale maximale vermogen van je zonnepanelen. Bij de installatie van zonnepanelen met een totaal vermogen van 2200 WP kan een omvormer van 2000 Watt worden aangesloten. Als de panelen niet op het zuiden gericht zijn kan er in sommige gevallen een nog wat kleinere omvormer worden gebruikt.

Om het vermogen van de omvormer te bepalen houden we gemiddeld de volgende regel aan: de capaciteit van de omvormer mag maximaal 20% kleiner en 10% groter zijn dan het totale Wp vermogen van de zonnepanelen.

Belangrijk is om hierbij te kijken naar de specifieke situatie van het dak. De hellingshoek, plaats in Nederland, en de oriëntatie ten opzichte van het zuiden bepalen bij elkaar welke omvormer het beste past. De omvormer mag niet te veel aftoppen qua opbrengst want dan wordt deze te zwaar belast.

Wij kunnen natuurlijk een goede berekening maken op basis van de praktijksituatie. Neem daarvoor gerust even contact met ons op!

Kijk goed bij de specificaties van de omvormer wat het vermogen is. De SMA 3000TL heeft namelijk een maximaal vermogen van 3200, meer dan dat je volgens de naam zou denken. Daar kun je dus ook makkelijk een installatie van 3300 WP aan hangen.

Een transformator in de omvormer of niet?

Je hebt omvormers mét en zonder transformator. Een omvormer zonder transformator heeft meestal meer rendement, hij verliest minder stroom. Je ziet dit in de naam terug als TL, Transformatorloos. Maar sommige panelen kun je alleen aansluiten op een omvormer mét transformator om versnelde degeneratie te voorkomen. Tegenwoordig zijn de meeste omvormer Transformatieloos.

De invloed van schaduw voor je omvormer

Als je geen last hebt van schaduwvorming op je zonnepanelen kun je deze stap overslaan. De zwakste schakel, oftewel het paneel met schaduw, bepaalt het vermogen van je zonnepanelen. Je kunt dit op de volgende manieren opvangen:

Power optimizers

Als je zonnepanelen serieel geschakeld zijn kun je gebruik maken van een optimizer. Deze optimaliseert ieder zonnepaneel individueel.

Poweroptimizers of micro-omvormers

Bij parallel geschakelde zonnepanelen kun he de individuele zonnepanelen optimaliseren met poweroptimizers of een micro-omvormer.

Aparte lus (string) maken

Je kunt voor de zonnepanelen die tegelijkertijd in de schaduw komen een aparte lus (string) maken. Om dat te doen heb je een omvormer nodig met meerdere trackers Die tracker optimaliseert het vermogen van een lus namelijk. Kijk bij de eigenschappen van de omvormer hoeveel trackers deze heeft.

Let op: op iedere lus moeten minimaal 5 zonnepanelen worden aangesloten om te zorgen dat de omvormer genoeg vermogen krijgt.

De omvormer op een groep aansluiten

De huidige hoofdaansluiting is belangrijk voor de keuze van omvormer. De hoofdaansluiting is gezekerd en dat kan met 25A, 35A of 40A. De regel geldt dat een groep factor 1,6 lager moet zijn dan de hoofdaansluiting. Heb je een 40A hoofdaansluiting dan mag er op een groep maximaal 40/1,6 = 25A worden aangesloten. Op die groep kun je dus maximaal 25A x 230V = 5.750 Watt aansluiten.

Uitlezen van je omvormer

Hoeveel je zonnepanelen opbrengen kun je via de gegevens van je omvormer inzien. Je hebt verschillende mogelijkheden om je omvormer uit te lezen:

Uitlezen via USB

Sommige omvormers kun je via USB of RS485 uitlezen, de meest onhandige manier van uitlezen.

Via Bluetooth

Je kunt via Bluetooth met een programma of je computer, tablet of telefoon contact maken met je omvormer om zo de gegevens uit te lezen. Aangezien Bluetooth vaak geen stabiele verbinding heeft is ook deze manier niet ideaal.

Met een netwerkkabel

Een praktische en stabiele verbinding is om de omvormer met een netwerkkabel aan te sluiten op je router. Je maakt dan verbinding met de servers van de fabrikant van je omvormer. Via een app of website kun je de prestaties van je zonnepanelen aflezen. Niet alle fabrikanten bieden dit standaard aan, in sommige gevallen moet je een extra module aanschaffen.

Aansluiten op je Wifi

In plaats van aansluiten met een netwerkkabel kun je vaak je omvormer aansluiten op je router met het gebruik van je Wifi netwerk. Deze verbinding is veel stabieler dan een Bluetoothverbinding, maar het kost wel ook (een beetje) data van je netwerk.

Eigen webserver

De nieuwste generatie omvormers hebben een eigen ingebouwde webserver. Je hoeft deze dus niet aan te sluiten op een bestaand netwerk. Je maakt vanuit jouw netwerkverbinding met je omvormer om de gegevens uit te lezen.